Vervolgens heeft MovingDot, samen met partner Rebel Group, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, een nadere marktverkenning uitgevoerd.
Momenteel vindt de bekostiging van de torenverkeersleiding op de Nederlandse burgerluchthavens plaats op basis van een One Group of Airports (OGA) systematiek. Op deze wijze wordt een volledig kostendekkende gebruikersfinanciering van de torenverkeersleiding bereikt voor alle luchthavens samen, maar niet per individuele luchthaven. De Nederlandse regering heeft in 2013 aangegeven deze systematiek te willen herzien. Kern van de herziening is een kostendekkende exploitatie van de torenverkeersleiding per individuele luchthaven en het beëindigen van de huidige kruissubsidiëring. Uiterlijk 1 januari 2020 moet OGA zijn vervangen door een nieuwe bekostigingssystematiek en bijbehorende passende dienstverlening.
Met dit doel bracht de commissie Rüpp in 2014 een rapport uit waarin werd geadviseerd om de regionale luchthavens zelf verantwoordelijk te maken voor de kosten van de torenverkeersleiding en ze de ruimte te bieden om innovatieve vormen van dienstverlening te betrekken van luchtverkeersdienstverleners in de markt.
Vervolgens heeft MovingDot, samen met partner Rebel Group, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, een nadere marktverkenning uitgevoerd. Doel hiervan was het verkrijgen van inzicht in de mogelijkheden voor het realiseren van kostenbesparingen, innovaties en maatwerk op de regionale luchthavens Groningen Airport Eelde (GAE) en Maastricht Aachen Airport (MAA).
Momenteel verzorgt op deze luchthavens LVNL de luchtverkeersleiding met een gecombineerde 2 persoons dienstuitvoering van toren- en naderingsverkeersleiding.
Tijdens de marktverkenning werden diverse opties onderzocht, zoals marktwerking voor de lokale torenverkeersleiding en centralisatie van de naderingsverkeersleiding, of marktwerking voor de combinatie van toren- en naderingsverkeersleiding. Daarbij werden tevens de mogelijkheden voor maatwerk onderzocht, waarbij de inrichting van de luchtverkeersleiding tijdens de verschillende delen van de dag wordt gevarieerd afhankelijk van de verkeersvraag. Ook werd de potentie van innovaties als “remote tower” verkend.
De belangrijkste bevinding van de marktverkenning was dat het uit elkaar halen van toren en naderingsverkeersleiding, waarbij de torenverkeersleiding wordt uitgevoerd door een andere marktpartij, geen zicht biedt op kostenbesparingen aangezien dit gepaard gaat met snijverliezen waardoor de efficiencyvoordelen van de gecombineerde dienst verloren gaan. Kostenbesparingen kunnen alleen worden bereikt wanneer toren- en naderingsverkeersleiding in combinatie worden bekeken. Ook leerde de markverkenning dat bij de invoering van marktwerking het verstandig is de infrastructuur (CNS en gebouwen) buiten de aanbesteding te houden.
Raming van de met marktwerking te bereiken kostenbesparingen is echter moeilijk omdat de concrete situatie op de beide luchthavens niet zondermeer te vergelijken is met ervaringen elders. Zo heeft de huidige dienstverlener LVNL in de voorbije jaren al substantiële kostenreducties doorgevoerd in haar Regional Unit, met name in de loonkosten en de productiviteit. Duidelijk werd dat van de ontwikkelingen op het gebied van remote tower nog geen kostenbesparing mogen worden verwacht binnen de met de marktverkenning beoogde tijdschaal.