MovingDot, met partners Adecs Airinfra , Airhub , PwC en ADSE , heeft een onderzoek afgerond naar de toekomstige governance- en financieringsstructuur voor U-space in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
U-space is het Europese regelgevingskader voor het toekomstige luchtverkeersbeheer van onbemande luchtsystemen (Uitvoeringsverordening 2021/664). De verordening moet uiterlijk 27 januari 2023 in de EU-lidstaten zijn geïmplementeerd.
De belangrijkste redenering achter U-space is dat het huidige ATM-systeem niet geschikt is voor het beheer van de verwachte grote aantallen UAS-bewegingen. Terwijl in het ATM-systeem piloot-verkeersleidercommunicatie een centrale rol speelt, zal het verkeersmanagement van UAS vooral gebaseerd moeten zijn op automatisering.
Bij de implementatie van het U-space raamwerk zullen staten keuzes moeten maken op een aantal punten, zoals:
- Het initiatief voor de aanwijzing van het U-ruimteluchtruim. De aanwijzing van het U-space-luchtruim is een verantwoordelijkheid van de staat, maar de staat hoeft het niet noodzakelijkerwijs te initiëren. Zij kan ervoor kiezen het initiatief over te laten aan belanghebbenden zoals lokale of regionale overheden, openbare infrastructuurbeheerders, NGO's (zoals natuurbeschermingsorganisaties) of zelfs particuliere partijen;
- Verlening van een gemeenschappelijke informatiedienst (CIS). De opties kunnen variëren tussen door de staat verleende diensten, de aanwijzing van een enkele nationale aanbieder, de aanwijzing van specifieke afzonderlijke aanbieders voor de verschillende blokken van het U-ruimteluchtruim, of de verstrekking van CIS-gegevens via USSP's.
- Beschikbaarheid van USSP's. USSP’s zijn de aanbieders van een pakket aan diensten dat verplicht is voor de gebruikers van het U-space-luchtruim: netwerkidentificatie, geo-bewustzijn, vluchtgoedkeuring en verkeersinformatie. Zonder USSP is het gebruik van het U-space-luchtruim niet toegestaan. De Staat hoeft de beschikbaarheid van USSP's in principe niet te garanderen , maar kan dit aan de markt overlaten. In specifieke omstandigheden kan een staat echter de beschikbaarheid van een USSP willen initiëren, bijvoorbeeld in situaties van slechte initiële marktomstandigheden. Dergelijke initiatieven kunnen echter problemen met de marktordening veroorzaken;
- Wetshandhaving. Passend optreden tegen onrechtmatige activiteiten is van primair belang voor een adequaat functionerende U-space. Dit vergt specifieke voorzieningen op het gebied van opsporing, identificatie en autoriteit;
- Financiering. Het niveau van overheidsinterventie speelt een cruciale rol in de financiering en financieringsstructuur van U-space.
In het onderzoek zijn vier modellen ontwikkeld voor het vormgeven van de bestuurs- en financiële structuur van U-space: een regiemodel (waarbij de staat een proactief sturende, stimulerende en faciliterende rol speelt), een marktmodel (waarbij de staat een voorzichtige positie inneemt), een integratiemodel (waarbij het UTM-systeem zoveel mogelijk aansluit bij het ATM-systeem) en een participatiemodel (met een gelijkwaardige samenwerking tussen de Staat, lagere overheden en marktpartijen, die samen het UTM-systeem runnen).
Het onderzoek geeft ook inzicht in hoe andere landen de U-space regelgeving (plannen) uitvoeren en hoe een selectie van de Nederlandse dronesector de implementatie van de regelgeving verkiest.
Tenslotte zijn de modellen getoetst aan een aantal beoordelingscriteria, resulterend in een voorkeursmodel en advies over hoe verder te gaan met de implementatie van dit model.
De samenwerking tussen Adecs Airinfra , ADSE, AirHub , MovingDot en PwC bood de mogelijkheid om vanuit verschillende perspectieven toegevoegde waarde te bieden, waardoor de kennis van U-space-structuren naar een hoger niveau werd getild. Met dit resultaat kan het ministerie de weg vervolgen naar een operationeel onbemand luchtruim.